Vanuit de Arbowet moet je een arbocyclus organiseren. Deze begint met het uitvoeren van de Risico-Inventarisatie en -Evaluatie (RI&E).
Je eigen observaties rondom werkdruk en ongewenste omgangsvormen zijn belangrijk. Naar aanleiding van je observaties en de RI&E kun je besluiten tot een onderzoek.
De managementstijl en voorbeeldrol van de leidinggevende heeft veel invloed op het gedrag, functioneren en welbevinden van medewerkers.
Vertel medewerkers tijdens werkoverleg of een andere bijeenkomst wat ze kunnen doen bij werkdruk en ongewenste omgangsvormen.
Het is belangrijk om gedragsregels op een rijtje te zetten en (vooraf) aan je medewerkers uit te leggen. Bijvoorbeeld bij indiensttreding.
Een vertrouwenspersoon in je bedrijf, bij wie medewerkers terecht kunnen en aan wie ze hun verhaal kunnen vertellen, is belangrijk.
Door serieus met kleine incidenten om te gaan, kun je voorkomen dat ongewenst gedrag een groter probleem wordt. Spreek de dader dus altijd aan.
Belangrijk is dat leidinggevenden ongewenst gedrag, zoals pesten en discriminatie, herkennen.
Geef medewerkers (en daders) bij ernstige incidenten de kans om een formele klacht in te dienen.
Na een incident gaat vaak veel aandacht naar de dader. Zorg dat je het slachtoffer ook goed opvangt en nazorg geeft.
Een protocol ongewenste omgangsvormen en werkdruk is onderdeel van een goed PSA-beleid. Hierin maak je duidelijk hoe je binnen jouw organisatie omgaat met ongewenst gedrag.