Functiefamilie: Staf/management
MEDEWERKER ICT | |
Context De medewerker ICT komt voor in de standontwerp-, standbouw-, interieurbouw-, rental en evenementenorganisaties en ‑toeleveranciers. De medewerker ICT richt zich op het beheren en onderhouden van de ICT-infrastructuur en/of -systemen en/of ‑applicaties en daarmee zorgen voor beschikbaarheid en adequate performance hiervan. De medewerker ICT ondersteunt gebruikers bij het oplossen van problemen en zorgt voor de installatie en configuratie van ICT-voorzieningen. Voor complexe vraagstukken kan hij/zij terugvallen op ICT-collega’s en/of externe dienstverleners. |
|
Organisatie Direct leidinggevende: vakinhoudelijk leidinggevende Geeft leiding aan: niet van toepassing |
|
RESULTAATGEBIEDEN | RESULTAATINDICATOREN |
|
- frequentie en omvang van verstoringen (downtime); - beschikbaarheid applicaties; - functioneren infrastructuur (beschikbaarheid data, connectiviteit). |
|
- % zelf afgehandelde meldingen; - tijdige escalatie complexere incidenten; - inzicht in status afhandeling incidenten; - tevredenheid gebruikers over helpdesk. |
|
- tijdige en juiste opvolging van aanvragen; - beschikbaarheid ICT-voorzieningen conform afspraken; - naleving regels en afspraken. |
|
- juistheid en volledigheid van registraties, documentatie; - actualiteit, beschikbaarheid documentatie. |
BEZWARENDE WERKOMSTANDIGHEDEN | |
- eenzijdige houding en belasting van oog- en rugspieren bij het werken met beeldscherm. | |
SALARISGROEP 7 |
Functiefamilie: Staf/management
MEDEWERKER ICT |
Kennis en ervaring - MBO/HBO werk- en denkniveau (ICT-richting); - kennis van en ervaring met het beheren van de gebruikte hard- en software, databases, systemen en netwerken binnen de organisatie; - inzicht in de bijdragen van externe dienstverleners en daartoe gemaakte afspraken wat betreft inzet, bijdragen etc.; - kennis van veiligheid en arbo-instructies en -regelgeving; - kennis van privacy wet- en regelgeving. |
COMPETENTIES EN GEDRAGSVOORBEELDEN |
Analyseren Uiteenrafelen van problemen en de onderdelen ervan op systematische wijze onderzoeken. - maakt toepasselijk onderscheid tussen hoofd- en bijzaken, tussen belangrijk en urgent en tussen symptomen en oorzaken; - benut actief de voor het functioneren noodzakelijke informatiebronnen. |
Integriteit Handhaven van sociale en ethische normen in het werk, ook als de verleiding of druk om het minder nauw te nemen groot is. Vertrouwen wekken in eigen professionaliteit en integriteit. - gaat zorgvuldig om met vertrouwelijke informatie; - geeft aan wanneer zaken die van hem verwacht worden buiten zijn persoonlijke normen en/of beroeps- en organisatienormen gaan; - neemt verantwoordelijkheid voor het eigen handelen; |
Kwaliteitsgerichtheid Hoge eisen stellen aan de kwaliteit van eigen en andermans werk. Voortdurend verbeteringen nastreven. - evalueert (de performance van) hard- en software in het licht van kwaliteitsnormen en standaards; - signaleert kansen om de kwaliteit te verbeteren; - komt met uitgewerkte verbetervoorstellen. |
Samenwerken Een actieve bijdrage leveren aan het werk voor gemeenschappelijke doelen, ook wanneer dat geen direct persoonlijk belang dient. Daartoe de onderlinge communicatie bevorderen. - deelt informatie en ervaringen met anderen; - houdt rekening met de gevolgen van besluiten voor anderen; - werkt vanuit een teamgeest en helpt en ondersteunt collega’s. |
Dit document (functie-eisen en competentieprofiel) heeft geen invloed op het functieniveau.