‘Derdelanders’ uit Oekraïne mogen na 4 maart 2024 niet meer werken

22-1-2024

Mensen die gevlucht zijn uit Oekraïne, maar niet de Oekraïense nationaliteit hebben en alleen beschikken over een tijdelijke Oekraïense verblijfsvergunning (‘derdelanders’), vallen vanaf 4 maart 2024 niet meer onder de Richtlijn Tijdelijke Bescherming. Dat betekent dat ze vanaf dat moment geen recht meer hebben op verblijf in Nederland, en dus ook niet meer mogen werken. Voor ontheemden met de Oekraïense nationaliteit of met een permanente Oekraïense verblijfsvergunning verandert er niets. 

Landen mogen zelf bepalen of mensen met een tijdelijke Oekraïense verblijfsvergunning onder de Richtlijn Tijdelijke Bescherming vallen. Staatssecretaris Van den Burg besloot in juli 2022 dat dat in Nederland niet geldt; voor mensen die al in Nederland waren, gold als einddatum 4 september 2023. De Raad van State heeft nu bepaald dat die einddatum niet geldig is; voor derdelanders geldt nu de einddatum van 4 maart 2024 zoals ten tijde van het besluit van de Staatssecretaris in de richtlijn vastgelegd.

Derdelanders als werknemer
Heb je als bedrijf derdelanders in dienst dan mag deze groep vanaf 4 maart 2024 niet meer werken op de Nederlandse arbeidsmarkt zonder tewerkstellingsvergunning. Wanneer voor deze werknemers de arbeidsovereenkomst niet van rechtswege eindigt op 4 maart 2024 dan mag je die werknemer niet meer laten werken na die datum.

Het niet werken (omdat er geen tewerkstellingsvergunning is) lijkt dan voor rekening van de werkgever te komen. Dit betekent dat het loon aan de werknemer door werkgever moet worden doorbetaald. In dat geval is het wenselijk om bij de kantonrechter ontbinding te vragen van de arbeidsovereenkomst. Zo’n procedure vraagt tijd. Totdat de arbeidsovereenkomst is ontbonden blijft de arbeidsovereenkomst in stand en dus ook de loondoorbetalingsverplichting. De werkgever kan ook proberen met de werknemer overeen te komen om in gezamenlijk overleg de arbeidsovereenkomst met wederzijds goedvinden te beëindigen. Dit heeft de voorkeur. De werkgever moet wel nagaan of de arbeidsovereenkomst een bepaling kent die een tussentijds einde mogelijk maakt.

Het UWV is voornemens om de werkgevers van de ongeveer 2.500 in Nederland verblijf houdende derdelanders, als bekend is of ze werken en, zo ja, bij welke werkgever, een brief te sturen en te wijzen op de gevolgen van de uitspraak van de Raad van State.

Bij een beëindiging van het dienstverband op initiatief van de werkgever is de werkgever een transitievergoeding verschuldigd. Gezien de duur van het dienstverband is de hoogte van de transitievergoeding beperkt. De transitievergoeding bedraagt 1/3 maandsalaris per heel dienstjaar vanaf de eerste werkdag plus een aanvullende vergoeding voor de gewerkte periode in een deel van een heel dienstjaar.

Derdelanders die in Nederland willen blijven, kunnen een asielaanvraag doen. Zij mogen dan tijdens de eerste zes maanden van deze asielprocedure niet werken. Derdelanders die naar aanleiding van het eerdere voornemen van de staatssecretaris in de zomer van 2023 een asielprocedure zijn gestart, mogen na zes maanden werken. Hiervoor moet de werkgever dan wel een volledige werkvergunning bij het UWV aanvragen.

Oekraïners met een permanente Oekraïense verblijfsvergunning
Voor mensen met de Oekraïense nationaliteit of met een permanente Oekraïense verblijfsvergunning verandert er niets. Zij vallen in ieder geval tot 4 maart 2025 onder de Richtlijn Tijdelijke Bescherming en mogen dus werken, mits je hiervan als werkgever een melding doet bij het UWV (zie ook onze FAQ).

Zoeken in nieuws

 

Zoekterm

Kennispartners & preferred suppliers