Per jaar lopen zo’n drieduizend personen in de tentoonstellingsbouw serieuze verwondingen op door een val. De oorzaak is vaak een gebrek aan bewustzijn, of het overschatten van de gevaren tijdens het werken op hoogte. Dat bleek tijdens de Praktijkdag Tentoonstellingsbouw, waar veilig werken het thema was.
Een dag voor Building Holland, een grote beurs op het gebied van ontwerpen in de bouw, vindt in de Amsterdamse RAI de Praktijkdag Tentoonstellingsbouw plaats. Werkgevers en werknemers volgen diverse workshops en krijgen een rondleiding tijdens
de opbouw van het evenement. Ook luisteren zij in de ochtend aandachtig naar de toespraak van onder meer de kwaliteitsmanager van de RAI. Terwijl hij uit de doeken doet hoe het evenementenbedrijf de afgelopen jaren een nieuw veiligheidshandboek heeft ontwikkeld, klinkt er gemor in de zaal. De maatregelen die getroffen zijn, zoals een maximumsnelheid voor heftrucks, het verscherpte toezicht op het laden en lossen voor nooduitgangen en vooral het vernieuwde beveiligingssysteem roepen vragen op. Hoewel het plan dat voldoet aan zowel Nederlandse als Europese wetgeving ervoor zorgt dat het werken in de RAI een stuk veiliger wordt, zien de deelnemers van de Praktijkdag nog veel beren op de weg. Die hebben vooral betrekking op de uitvoering van de werkzaamheden, die in hun ogen vertraging oploopt door de strengere regels. Daarnaast vraagt men zich af waarom het allemaal zo streng moet. In het buitenland is dat wel anders, zo wordt gesteld.
Niet moeten maar willen Als Josje Salentijn aan het woord komt, wordt het plotseling veel stiller in de zaal. De arbeidsdeskundige, die nauw betrokken is bij de samenstelling van de Arbocatalogus voor de branche, legt de vinger namelijk op een pijnlijke plek: “We kunnen het hier wel over ‘moeten’ hebben, maar ik praat veel liever over ‘willen’. Je kunt wel het gevoel hebben dat je aan veel – en misschien niet altijd even praktische – voorschriften moet voldoen, maar die zijn er niet voor niets. Want zeg nu zelf: niemand ‘wil’ aan het einde van de dag slecht nieuws brengen aan iemands geliefde. Niemand wil op die bel drukken om vervolgens uit te leggen dat er een ongeluk is gebeurd op het werk.” De Arbocatalogus biedt allerlei oplossingen op het gebied van veiligheid. Recent is aan dat boekwerk een hoofdstuk over valgevaar toegevoegd. Volgens Salentijn gebeuren er namelijk nog zo’n drieduizend serieuze onteitsmanager gelukken per jaar, waarbij een val de oorzaak is. “En dan heb ik het niet over het vallen van een keukentrapje”, verduidelijkt ze. Voor elke partij in de sector is er op dat gebied nog veel te leren, zo luidt de conclusie.
Pas op de plaats
In een zaal verderop geeft hogere veiligheidsdeskundige Rien van de Laar samen met zijn collega’s van 356/Keurcompany een workshop over het onderwerp. Als specialist op onder meer het gebied van veilig werken op hoogte, weet hij ook precies te vertellen waar werknemer en werkgever op moeten letten als men de hoogte in gaat. Speciaal voor Krul zet hij enkele tips op een rij. Allereerst wil hij iedereen op het hart drukken een pas op de plaats te maken alvorens omhoog te gaan. Van de Laar: “Met name de tentoonstellingsbranche is een wereld van niet lullen maar vullen. Daar is helemaal niets mis mee, maar vaak wil men net iets te snel aan de slag met een klus en deze vervolgens ook zo gauw mogelijk klaren. Daarbij wordt soms voorbij gegaan aan de controle van het materiaal, terwijl dit essentieel is voor je veiligheid. Werknemers gaan er dikwijls te gemakkelijk vanuit dat de spullen die de baas heeft uitgedeeld wel in orde zijn. Gelukkig is dat in de meeste gevallen ook zo, maar je kunt maar beter zeker zijn. Bij een operatie in een ziekenhuis, benoemt een chirurg eerst de stappen voordat hij aan de slag gaat. Daarmee voorkomt hij dat er bijvoorbeeld een verkeerd been wordt afgezet. Dat benoemen is een goede tip voor iedereen die weleens op hoogte werkt. Eigenlijk vraagt elke nieuwe werksituatie daarom. Of dit nu tien keer per dag is, elke ochtend, of één keer per maand maakt daarbij niets uit. Het gaat daarbij niet alleen om je eigen materiaal en werkplek, maar ook om die van je maten en hun veiligheid. Controleer bijvoorbeeld ook samen of de steiger die je gaat beklimmen wel voldoende geschoord is. Check of de ladder waarop je moet werken niet zomaar weg kan glijden. Het is eenvoudig om daarbij gebruik te maken van een handig controlelijstje of een aanvinkkaartje, zodat je zeker weet dat je alles gecontroleerd hebt. Want beter een dubbele check, dan een val op het betondek. Anders kom je zo op de operatietafel van de eerder genoemde chirurg te liggen.”
Stift op de banden
Op het gebied van persoonlijk beschermingsmiddelen dient ook het één en ander gecontroleerd te worden. Van de Laar: “Kijk daarbij goed naar de banden en sluitingen van je harnas. Let op rafels en kijk of alle stiksels nog in goede staat zijn. Schrijf daarnaast nooit met een stift op de banden van het harnas, ook al is het je persoonlijke set. De weekmakers die in de inkt zitten kunnen het materiaal namelijk verzwakken. Repareer ook nimmer je eigen spullen. Het komt wel eens voor dat iemand bijvoorbeeld een kapotte sluiting dichtplakt met plakband of een trekbandje. Levensgevaarlijk!” Alle beschermingsmiddelen moeten periodiek gekeurd worden. Omdat je er als werknemer zelf mee omhoog moet, is het verstandig om zelf ook in de gaten te houden of dit netjes gebeurt. Van de Laar waarschuwt naast valgevaar ook voor ‘niet gecertificeerd materiaal’ dat wel eens als hijsband gebruikt wordt. “Steeds vaker zie je dat producenten van bouwmateriaal mooie gekleurde banden om de verpakkingen trekken. Die zien er door de logo’s van de bedrijven zeer professioneel uit, maar zijn doorgaans bedoeld voor eenmalig gebruik. Verknippen en weggooien dus”, zo luidt het devies. Na een klus is het belangrijk om het materiaal goed op te bergen. Een harnas moet daarbij na een klus in de regen goed drogen. “Gooi deze dus niet zomaar in de bus”, waarschuwt Van der Laar. “Tot slot is eenset niet meer veilig als deze ooit een val heeft moeten breken. De krachten die bij een val in één keer vrijkomen op het materiaal zijn zo groot dat je het direct moet vervangen.”
Bron: Krul