Belangrijke update reisbureauregeling
Interessante uitspraak Europees Gerechtshof
Recentelijk heeft het Europees Gerechtshof een uitspraak gedaan inzake de toepassing van de reisbureauregeling in een aantal lidstaten van de Europese Unie. Het betreft de interpretatie en het toepassingsgebied van het zogenoemde Tour Operator Margin Scheme (TOMS), een bijzondere btw-regeling voor ondernemers die reisdiensten leveren.
Let op! Dit regime geldt niet alleen voor touroperators, maar voor iedere onderneming die onder eigen naam en rekening reisdiensten (met name vervoer en accommodatie) inkoopt en levert.
In de huidige Nederlandse interpretatie van de reisbureauregeling is het als volgt:
-
Er is btw verschuldigd over de marge (totaalbedrag voldaan door afnemer onder aftrek van alle direct toerekenbare kosten)
-
De marge wordt berekend per reis of per tijdvak
Het Europees Gerechtshof oordeelt als volgt
De reisbureauregeling is van toepassing op iedere ontvanger van een reisdienst, dus zowel op de werkelijke individuele privé reiziger als op de ondernemer die optreedt als reseller van de reisdienst. Dit betekent dat de regeling ook van toepassing is op ondernemers die reisdiensten leveren aan resellers/touroperators of andere zakelijke klanten.
Daarnaast stelt het Gerechtshof de Europese Commissie in het gelijk in haar opvatting dat de marge slechts per reis mag worden berekend en niet per tijdvak.
De Europese Commissie is al enige jaren doende met procedures tegen acht lidstaten die de reisbureauregeling volgens haar opvatting verkeerd toepassen. Het betreft met name het toepassingsgebied van de regeling; volgens de Commissie bevat deze slechts de werkelijke reiziger, terwijl de acht landen deze uitbreiden tot de wederverkopers (resellers) van reisdiensten.
De praktische consequenties
De Nederlandse fiscus zal het toepassingsgebied voor de reisbureauregeling moeten verruimen naar alle klanten, zowel zakelijk (B2B) als privé (B2C), die een reisdienst afnemen; dus ook alle (B2B) leveringen aan ondernemingen/resellers. Dat zijn niet alleen die ondernemingen/resellers die in de reisbranche actief zijn, maar ook alle ondernemingen die opdracht geven aan een bedrijfsonderdeel of onderdeel van een groep voor het organiseren van een zakelijk event (inclusief reis en/of accommodatie en/of aanvullende elementen, zoals excursies en seminars) ten behoeve van het personeel waarbij de ene afdeling of het ene groepsonderdeel inkoopt ten behoeve van een andere afdeling of een ander groepsonderdeel.
Dit resulteert in een afwijkende en daardoor lastige margeberekening alsook mogelijke aftrekbeperking van btw voor bedrijven die niet bekend zijn met de reisbureauregeling.
De Nederlandse fiscus heeft vóór het in werking treden van de nieuwe reisbureauregeling op 1 april 2012 aan de Europese Commissie verzocht deze regeling ook per tijdvak te mogen toepassen. Er is nog geen antwoord op dat verzoek ontvangen, dus het is nog onduidelijk of de Nederlandse wet op dat punt zal moeten worden aangepast (hetgeen wel in de lijn der verwachtingen ligt).
Tot die uitspraak is gedaan blijft de huidige Nederlandse interpretatie van toepassing. Vooruitlopend op de verwachting dat de Nederlandse wetgeving wordt aangepast, het volgende ter overweging:
-
Ondernemingen dienen na te denken over het verhogen van de prijzen ten gevolge van de verminderde mogelijkheid voor het terugvorderen van btw door de uitbreiding van het toepassingsgebied van de regeling naar B2B-situaties;
-
Ondernemingen dienen te zijn voorbereid op aanpassingen van hun overeenkomsten en alle communicatieve uitingen naar (potentiële) klanten;
-
Systemen gericht op facturering moeten tijdig worden voorbereid op de aanstaande aanpassingen van de reisbureauregeling.
CLC-VECTA en haar preferred supplier Ernst & Young houden je uiteraard op de hoogte van de verdere ontwikkelingen.