De ontwikkeling van associatie congressen in de afgelopen 50 jaar

Het aantal internationale associatie congressen is in de afgelopen 50 jaar zo ongeveer elke 10 jaar verdubbeld. Dat is een van de uitkomsten uit de publicatie die ICCA (de International Congress & Convention Association) ter gelegenheid van haar 50-jarig bestaan uitbracht. Voor het rapport “A Modern History of International Association Meetings” heeft ICCA de data die het al sinds 1963 verzamelt bij elkaar gezet en geanalyseerd om een boeiend beeld van de ontwikkelingen van de internationale associatie congresmarkt te schetsen. Dit segment heeft een continue groei laten zien, ook in crisisjaren en vormt daarmee de stabiele factor in het speelveld van congressen.

Het onderzoek bevat een enorme schat aan data en laat zien hoe groot de economische impact van de sector is op de destinaties waar de congressen plaatsvinden. Daarnaast laat het ook een beeld zien van de rol die congressen innemen als aanjager van ontwikkeling in met name (medische) wetenschap en technologie. Het document geeft daarnaast ook een mooi chronologisch doorkijkje in 50 jaar ICCA-milestones en ontwikkelingen in de meeting industrie, samen met een aantal praktijkcases én een voorzichtige voorspelling voor de komende 50 jaar.



ICCA CEO Martin Sirk: “Een halve eeuw is een lange periode om gedetailleerde en constante data over te verzamelen. Het is een hele prestatie, zeker als we bedenken dat veel landen nog worstelen om een goed beeld te creëren van de omvang en impact van de sector. De data die we in 50 jaar verzameld hebben tonen aan waar we al lang van overtuigd waren: Onze wereld ondergaat een revolutionaire periode in de manier waarop we kennis en innovatie creëren en verspreiden. En associatie congressen bieden een uitstekend inzicht in dit dynamische, wereldwijde proces.”

Een schat aan meeting data
ICCA registreerde al die jaren alle relevante statistische gegevens van alle internationale associatie congressen, die op regelmatige basis plaatsvinden, tussen minimaal 3 landen roteren en minimaal 50 deelnemers hebben. Om fluctuaties in de cijfers zoveel mogelijk te minimaliseren, is voor de gebruikte data telkens naar de gemiddelden van 5-jaars periode gekeken.
Een selectie van enkele van de resultaten:

• Aantal meetings verdubbelen elke 10 jaar (ook tijdens crisistijden)
  • 1963-1967: 1795 bijeenkomsten (1% van 50-jaar totaal)
  • 2008-2012: 54844 bijeenkomsten (ruim 31% van 50-jaar totaal)
  • In totaal 173.432 in database
• ICCA begon in 1963 met 7 leden en kent er in 2012 inmiddels 917, wat maar weer eens aangeeft hoe belangrijk deze markt is en hoeveel partijen wereldwijd met associatie congressen bezig zijn.
• Aandeel Europa neemt af
  • Vertegenwoordigde Europe in de beginjaren nog ruim 70% van de congressen, inmiddels is dat nog iets meer dan de helft. Met name de laatste 10-15 jaar is de opkomst van Azië/Midden-Oosten en Latijns-Amerika als destinatie voor congressen duidelijk zichtbaar. Ook het marktaandeel van Noord-Amerika neemt hierdoor af.
• De topspelers
  • In de afgelopen 50 jaar is de VS eigenlijk continu de onbetwiste marktleider geweest (nu 7,8% marktaandeel).
  • In het kielzog van deze nummer één, bezet Duitsland de laatste 15 jaar al steevast de tweede plek (met nu 5,6% van de congressen).
  • Frankrijk, Italië en de UK zijn de enige andere drie landen de alle 50 jaar terug te vinden waren in de top-10.
• Waar staat Nederland?
  • Traditioneel vinden we Nederland elke keer weer terug in (of soms net buiten) de top-10 van landen met de meeste internationale associatie congressen. In absolute aantallen is er wel een enorme verschuiving te zien. In de eerste jaren werden voor Nederland 92 congressen geteld, terwijl dat er in de laatste periode al 1489 geworden zijn. Hiermee vertegenwoordigt het marktaandeel van Nederland 2,7% van de totaal door ICCA in kaart gebrachte markt.
  • Amsterdam vinden we eigenlijk ook steevast terug in de hoogste regionen, al verschilt de positie door de jaren heen nogal (van stevig in de top-10 tot net er buiten). Over de laatste periode (2008-2012) werden 612 congressen geteld voor Amsterdam, waarmee het op de 7e plaats beland.
• 22 miljoen deelnemers
  • De meeting worden kleiner, maar door de enorme groei in aantallen is het totaal aantal deelnemers vertienvoudigd in de afgelopen 50 jaar (in de periode 1963-1967 waren er ruim 2 miljoen deelnemers, in de 2008-2012 periode al bijna 22 miljoen).
  • Voor Nederland levert de extrapolatie van het aantal meetings maal het gemiddeld aantal deelnemers een totaal op van 619.291 (periode 2008-2012; in de beginjaren van ICCA was dit 76.910 voor Nederland). Het leeuwendeel komt voor rekening van Amsterdam (396.072 in de periode 2008-2012).
• Marktsegmenten
  • Interessant in het onderzoek is ook de marktsegmentatie. Zijn er grote verschillen in de vakgebieden waarin de congressen georganiseerd worden? De resultaten geven aan dat de meeste sectoren redelijk stabiel zijn, met de medische sector en de wetenschap als traditionele toppers. In 50 jaar ontwikkelde de marktaandelen van respectievelijk 16,5% tot 17,2% en van 13,3% tot 13,0%.
  • Slechts één sector heeft een echt stormachtige ontwikkeling doorgemaakt en heeft sinds de laatste 10 jaar de wetenschap van de tweede plek verdrongen, en dat is de technologie –sector. Werd in 1963-1967 nog 6,2% van de meetings in deze sector georganiseerd, inmiddels vertegenwoordigt technologie 14,5% van alle internationale associatie meetings.

Kleiner en korter
Er zijn ook opmerkelijke ontwikkelingen in omvang en duur van de meetings die ICCA analyseerde.

• Het gemiddeld aantal deelnemers aan internationale associatie meetings is afgenomen van 1.253 50 jaar geleden tot 424 nu.
• Het aandeel meetings met 50-149 deelnemers is verdrievoudigd en vertegenwoordigt nu ruim een derde van alle meetings (35%, in 1963–1967 was dit 9%). Ook het aandeel meetings met 150-249 deelnemers is van 13% naar 22% gegroeid.
• Logischerwijs vormen de grotere congressen nu een kleiner aandeel. Alle congressen boven de 1000 deelnemers waren in 1963-1967 nog goed voor 29,7% van alle congressen, in 2008-2012 is het aandeel nog maar 8,1% van het totaal.
• Ook de duur van de congressen is drastisch ingekort door de jaren heen. Kwam men 50 jaar geleden nog voor gemiddeld 6,3 dagen bij elkaar, nu is dat nog maar 3,8 dagen.

Bron: ICCA

Hoe zien de komende 50 jaar er uit?
Een aantal experts geeft in het rapport ook hun visie op de toekomst. James Lancaster van AMI-magazine, houdt het wat dichterbij en voorziet focus op drie aandachtsgebieden in de komende vijf jaar: Leden, technologie en vercommercialisering. Het huidige ledenmodel staat onder druk, zeker als je bedenkt hoeveel kennis en content op vele plekken (en vaak gratis) beschikbaar is.
Volgens Nikki Walker MCI group kunnen verenigingen alleen overleven als ze zich als open, professionele communities gaan opstellen in plaats van gesloten ledenclubs. Meer maatwerk dat aansluit op de behoeften van de verschillende leden-typen is noodzakelijk.

Tech-guru Corbin Ball ziet in de ontwikkeling van mobiele toepassingen de grootste technologische verandering voor congressen. Mobiele technologie gaat organisatoren in staat stellen deelnemers veel beter te bedienen, tegen veel lagere kosten.

ICCA vroeg vervolgens Rohit Talwar, CEO van Fast Future Research, om een doorkijkje te geven in de wereldwijde trends en hoe deze van invloed zouden kunnen zijn op de internationale associatie meeting markt. Hij analyseert een viertal gebieden, met een soms onwaarschijnlijk lijkend toekomstbeeld:

• Biologie/life sciences (de levensverwachting wordt tientallen jaren langer – hoe behandel en bedien je een deelnemer die zijn 200e verenigingscongres bijwoont)
• Informatie technologie en internet (kunnen we straks rechtstreeks in het brein van de deelnemers boodschappen afleveren, waarbij alle zintuigen meedoen)
• Productie, robotica en nieuwe materialen (ontwikkelingen hier kunnen veel doen voor het terugdringen van de CO2 footprint, maar ook een robot die een lezing geeft is een mogelijk beeld van de toekomst)
• Kunstmatige verbetering van de mens (human enhancement) (dit gaat ons in de toekomst tot steeds meer in staat stellen, waardoor we misschien wel veel meer data op kunnen nemen e op andere manieren een congres kunnen volgen).

Uiteindelijk concludeert Talwar toch dat meetings en congressen ook een ding van de toekomst zullen zijn. Geografische aspecten zullen nog lang van invloed zijn en clustering van kennis en expertise blijft ervoor zorgen dat er behoefte is om educatie, onderzoek, innovatie en financiering bij elkaar te brengen. Ondanks dat we veel online kunnen doen, blijven culturele en commerciële factoren er voor zorgen dat we elkaar willen blijven ontmoeten, met elkaar netwerken, vertrouwen opbouwen en zaken doen.

Het rapport “A Modern History of International Association Meetings” kan hier op de site van ICCA gratis gedownload worden.

Bron: CongresWereld