Let op: Geen overgangsrecht transitievergoeding
Lange tijd werd aangenomen dat de transitievergoeding pas ingaat per 1 juli 2015 en dat met eerdere ketens waarbij de onderbrekingstermijn langer is dan drie maanden, geen rekening hoeft te worden gehouden. Deze denkwijze berust echter op een misvatting zo blijkt inmiddels uit de beantwoording door minister Asscher op 9 januari jl. van door VVD kamerlid Anne Mulder gestelde vragen. Voor de transitievergoeding geldt geen overgangsrecht.
Dit betekent dus dat als een seizoensbedrijf 10 jaar lang een seizoenswerker elk jaar 8 maanden heeft laten werken er toch een transitievergoeding betaald moet worden omdat de onderbrekingstermijn zes maanden of korter was.
Toelichting
Minister Asscher geeft als toelichting dat “het hier (anders dan de ketenbepaling) een nieuwe regeling betreft die mede is bedoeld om de grote verschillen tussen vaste en flexibele werknemers te verkleinen, niet om die te laten voortduren. Dat laatste zou (feitelijk) het geval zijn als geregeld was dat voor het recht op transitievergoeding arbeidsovereenkomsten van voor 1 juli 2015 alleen meetellen als zij elkaar met een onderbreking van 3 maanden of minder opvolgen. Voor veel (zo niet welhaast alle) werknemers met een tijdelijke arbeidsovereenkomst, zou dat betekenen dat alleen tijdelijke arbeidsovereenkomsten die eindigen op of na 1 juli 2015 meetellen voor het recht op transitievergoeding. Dat zou tegengesteld zijn aan het uitgangspunt dat voor het recht op een transitievergoeding geen onderscheid wordt gemaakt tussen tijdelijke en vaste werknemers. In dit verband is het goed om op te merken dat een werkgever nu ook niet in alle gevallen een vergoeding verschuldigd is bij het ontslag van een vaste werknemer.
Na 1 juli 2015 zal dat wel het geval zijn waarbij ook voor hen perioden gelegen voor deze datum meetellen voor het recht op transitievergoeding. De onmiddellijke werking geldt dus ook ten aanzien van (deze) vaste werknemers.”
Terugwerkende kracht
Dit is leuk en aardig en ongetwijfeld heel goed bedoeld, feit is wel dat veel werkgevers hier totaal geen rekening mee hebben gehouden laat staan ook konden houden. Ze worden immers vanaf 1 juli 2015 met terugwerkende kracht geconfronteerd met relatief forse vergoedingen. Dit zal betekenen dat de eerder genoemde seizoenskracht niet langer een contract zal krijgen en dus achter het net vist. Je krijgt op die manier een nog groter gat tussen de mensen met een vaste baan, de insiders, en de mensen met een tijdelijk dienstverband, de outsiders. Dit ondanks het feit dat één van de doelstellingen van de wet toch de versterking van de rechtspositie van de flexwerker is?
Volgens minister Asscher valt dit allemaal reuze mee omdat de opbouw van de transitievergoeding (1/3 maandsalaris per dienstjaar) niet zodanig is dat werkgevers hierdoor voor onoverkomelijke problemen zullen worden gesteld. De toekomst zal uitwijzen wie er gelijk gaat krijgen.
Een pleister op de wonde is dat minister Asscher wel heeft toegezegd, door middel van voorlichting, werkgevers op deze uitwerking van de nieuwe wetgeving te wijzen.
Bron: HR Praktijk