Payroll en uitzendkrachten in de Duitse bouw niet toegestaan
In de Duitse bouwnijverheid (waar standbouwbedrijven ook onder vallen!) is het werken met uitzendkrachten definitief niet toegestaan. Deze uitsluiting geldt ook als Nederlandse uitzendbureaus of payroll bedrijven, die personeel uitlenen aan Nederlandse bouwbedrijven, te werk worden gesteld in Duitsland. Dit heeft het advocatenkantoor Alpmann-Fröhlich schriftelijk vernomen van het Bundesfinanzdirektion West (Zoll) te Keulen. De douane beroept zich hierbij op § 2 nr. 4 van het Arbeitnehmer-Entsendegesetz en §1b, 1 AÜG gesetz. In deze wetgeving is geregeld dat het te werk stellen van uitzendkrachten voor de Duitse bouw verboden is.
Nederlandse bouwbedrijven omzeilde dit verbod door het Nederlands recht van toepassing te verklaren op hun contracten met payroll / uitzendbureaus en gebruik te maken van het zogenaamde ‘territorialiteitsbeginsel’. Deze constructie wordt nu door het Bundesfinanzdirektion West als niet toelaatbaar gekwalificeerd. Men beroept zich op het standpunt dat het territorialiteitsbeginsel niet geldt aangezien de Duitse wetgever in het Arbeitnehmer-Entsendegesetz geregeld heeft dat het om de bouw in Duitsland gaat. De douane staat hiermee kennelijk op het standpunt dat het territorialiteitsbeginsel niet kan voorkomen dat de Duitse wetgever het werken met uitzendkrachten, in het algemeen op de Duitse bouw, niet toelaat.
Aangezien er (nog) geen jurisprudentie omtrent dit standpunt van de douane is, blijft het een risico voor iedere Nederlandse ondernemer die in de bouw werkzaam is om uitzendkrachten in te zetten in de Duitse bouwnijverheid.
Hierbij de reactie van het Bundesfinanzdirektion West (Zoll) inzake de schriftelijke vragen van advocatenkantoor Alpmann-Fröhlich:
Conform §1b, 1 AÜG is het aanbieden van diensten in verband met uitzendkrachten conform §1 AÜG 'Baugewerbes für Arbeiten', die gewoonlijk door werklieden verricht worden, ongeoorloofd. §1b AÜG is conform §2 nummer 4 de wet inzake de terbeschikkingstelling van werknemers ook van toepassing als de verhuur in het buitenland plaats vindt en de uitzendkracht in het kader van een werkovereenkomst van de verhuurder grensoverschrijdend in Duitsland ingezet wordt. Volgens de met §1b te volgen bescherming van de bouw-arbeidsmarkt in Duitsland is het niet bepalend, waar de verhuur plaats vindt en waar de verhuurder gevestigd is, maar of de werknemer in Duitsland te werk gesteld wordt. Deze rechtsopvatting kun je ook lezen via deze link.
Bron: Stichting Nedubex