Reactie Kabinet op rapport 'Evaluatie werking werkkostenregeling'
In februari van dit jaar verscheen de 'Evaluatie werking werkkostenregeling', waarop staatssecretaris Snel van Financiën onlangs schriftelijk heeft gereageerd.
Het Kabinet erkent dat de beoogde vermindering van de administratieve lasten niet behaald lijkt te zijn. Wel ziet zij nog kansen om de regeling te vereenvoudigen, door bijvoorbeeld te schrappen dat bepaalde gericht vrijgestelde vergoedingen en verstrekkingen aangewezen dienen te worden. Ondanks dat aanwijzing vormvrij mag plaatsvinden, bleek het toch complex te zijn om aannemelijk te maken dat de eindheffingsbestanddelen zijn aangewezen. Volgens het Kabinet is de complexiteit te wijten aan het feit dat er in de loop der jaren extra gerichte vrijstellingen bij zijn gekomen, waaronder het noodzakelijkheidscriterium. Nu ligt voor het Kabinet de prioriteit op gesprekken met het bedrijfsleven over hoe de regeling verbeterd kan worden.
Kabinet positief over voorstel normrente
Het Kabinet laat ook weten geen voorstander te zijn van het mee kunnen nemen van onbenutte vrije ruimte naar volgende jaren. Dit leidt tot hogere administratieve lasten en een budgettaire derving van €40 miljoen per jaar. Wel ziet het Kabinet mogelijkheden in vereenvoudiging van de fiscale behandeling van maaltijden, door het hanteren van een steekproef toe te staan. Dit zou betekenen dat niet meer elke verstrekte maaltijd bijgehouden hoeft te worden. Ook staat het Kabinet positief tegenover het voorstel een normrente in te voeren voor het berekenen van het voordeel bij de personeelsleningen.
Vaste telefoon valt niet onder vrijstelling
De noodzakelijkheid van ICT-voorzieningen stonden regelmatig ter discussie wanneer een werknemer een eigen bijdrage betaalde voor bijvoorbeeld een duurder toestel of privégesprekken. Het Kabinet merkt in dit kader op dat voor zover een eigen bijdrage voor het privégebruik van de werknemer wordt gevraagd, dit niet in strijd is met de bepalingen van het noodzakelijkheidscriterium. Wel is enige commotie ontstaan over de navolgende uitlating van de staatssecretaris:
“Verstrekkingen en vergoedingen voor vaste telefonie zijn al gericht vrijgesteld als wordt voldaan aan het noodzakelijkheidscriterium. Hiermee worden vaste en mobiele telefonie al gelijk behandeld.”
In een reactie hierop heeft de Belastingdienst aangegeven dat de wet en parlementaire toelichting op de wettekst geen ruimte bieden om de vaste telefoon onder deze vrijstelling te brengen en dat deze passage dus berust op een vergissing.
Bron: BDO