Toezichtsplan arbeidsrelaties gepubliceerd door Belastingdienst

27-8-2018

In het Toezichtsplan wordt aangekondigd dat ten behoeve van de handhaving minimaal 100 opdrachtgevers zullen worden bezocht. Bij de selectie wordt vooral de focus gelegd op opdrachtgevers die nog niet eerder in beeld zijn geweest of die nog niet werken met een goedgekeurde (model)overeenkomst. De Belastingdienst gaat met de geselecteerde opdrachtgevers in gesprek over hun werkwijze met hun opdrachtnemers. De bedrijfsbezoeken zijn in juli gestart en vinden plaats naast het reguliere toezicht op de loonheffingen.

Wijziging handhaving
Op grond van de Wet Deregulering Beoordeling Arbeidsrelaties (Wet DBA) zijn opdrachtgever en opdrachtnemer verantwoordelijk voor de arbeidsrelatie die zij met elkaar aangaan. Samen beoordelen zij of de opdracht buiten dienstbetrekking kan worden uitgevoerd. Hierbij is van belang dat de werkzaamheden zich ervoor lenen en dat ook feitelijk op de overeengekomen wijze wordt gewerkt. Vanaf juli dit jaar zal het toezicht worden verscherpt. Handhaving zal zich niet langer alleen op ernstige gevallen richten, maar ook op de ‘andere kwaadwillenden’. De Belastingdienst kan nu handhaven indien bewezen kan worden dat sprake is van:

  • een (fictieve) dienstbetrekking, en
  • evidente schijnzelfstandigheid, en
  • opzettelijke schijnzelfstandigheid.

Vermoeden van (fictieve) dienstbetrekking en kwaadwillendheid?
Wanneer de Belastingdienst vermoedt dat sprake is van een (fictieve) dienstbetrekking én er sprake is van kwaadwillendheid, wordt een nader onderzoek ingesteld. Naast het onderzoek volgt ook nog een bezwaar- en beroepsmogelijkheid en eventueel een strafrechtelijk traject. In een dergelijk geval kan het dus enkele jaren duren voor een oordeel over de kwalificatie van een arbeidsrelatie en kwaadwillendheid onherroepelijk komt vast te staan.

Bron: BDO

Zoeken in nieuws

 

Zoekterm

Kennispartners & preferred suppliers