Vervaltermijn van vakantiedagen naar 6 maanden
Wettelijke vakantiedagen komen sinds 1 januari een half jaar na afloop van het opbouwjaar te vervallen. Voorheen konden werknemers vakantiedagen vijf jaar lang opbouwen. Voor de bovenwettelijke vakantiedagen blijft een verjaringstermijn van vijf jaar gelden. De gewijzigde vervaltermijn voor vakantiedagen is nodig omdat het regelmatig opnemen van verlof voor zowel werknemer als werkgever van belang is. Werkgevers en werknemers kunnen samen overeenkomen om de vervaltermijn te verlengen.
Uitzondering
Er zijn uitzonderingen op de vervaltermijn van 6 maanden, bijvoorbeeld als de werknemer om medische redenen of in verband met bijzondere omstandigheden niet in staat was om de dagen tijdig op te nemen. Is een uitzondering van kracht, dan gaat voor de nog niet opgenomen wettelijke vakantiedagen de verjaringstermijn van vijf jaar gelden.
Opbouw vakantiedagen langdurig zieken
Ook de opbouw van wettelijke vakantiedagen door langdurig zieke werknemers verandert. Is een werknemer langer dan zes maanden ziek, dan bouwt deze net als niet zieke werknemers per jaar twintig wettelijke vakantiedagen op. Tot nu toe bouwden langdurig zieke werknemers alleen over de laatste zes maanden van hun ziekte vakantiedagen op.
Beide wetswijzigingen hebben geen terugwerkende kracht. Voor vakantiedagen die vóór dit jaar zijn opgebouwd blijft een verjaringstermijn van vijf jaar gelden. Langdurig zieken bouwen in 2012 pas volledig op als er meer dan zes maanden verstreken zijn, dus vanaf 30 juni. De nieuwe regels gelden alleen voor de wettelijke vakantiedagen. In een arbeidsovereenkomst of cao kunnen aanvullende afspraken staan over eventuele extra (bovenwettelijke) vakantiedagen.
Bron: Nieuwsbrief MKB Nederland