Wetsvoorstel: afschaffen nulurencontracten, strengere regels flexcontracten

11-7-2023

Als het aan demissionair minister Karien van Gennip van SZW ligt, worden nulurencontracten afgeschaft en moeten werknemers voortaan na drie jaar of 3 tijdelijke contracten een vast contract aangeboden krijgen. Om draaideurconstructies tegen te gaan zou de ketenbepaling van 6 maanden naar 5 jaar gaan.
 
Het is de eerste wet van het in april gepresenteerde pakket met maatregelen voor meer zekerheid voor werkenden en meer wendbaarheid voor ondernemers. Omdat in onze sector veel gewerkt wordt met flexwerkers, kan de invoering van de wet grote gevolgen hebben. Daarom is CLC-VECTA al langere tijd actief in een werkgroep om te lobbyen voor werkbare regels voor onze sector. Via de internetconsultatie kan ook jij je input en een bijdrage leveren hieraan! Invullen kan tot en met 4 september.  
 
Voor de volledigheid nog even de toelichting bij de verschillende onderdelen va het wetsvoorstel:
 
Oproepcontracten
Nulurencontracten worden afgeschaft. Er komen (vaste en tijdelijke) basiscontracten met een minimumaantal uur* waarvoor werkenden worden ingeroosterd en betaald krijgen. Ook wordt er een norm gesteld aan de extra beschikbaarheid. Daardoor is er buiten afgesproken werktijden geen verplichting om te komen werken. Om werkgevers te stimuleren mensen op een basiscontract te laten doorstromen naar een vast contract, is het voornemen om het basiscontract voor onbepaalde tijd onder de lage WW-premie te brengen.
 
Tijdelijke contracten
Het doel van de wet is ook ‘draaideurconstructies’ voorkomen. Na 3 jaar of na 3 aaneengesloten tijdelijke contracten bij dezelfde werkgever moet een werknemer een vast contract aangeboden worden. Gebeurt dat niet, dan geldt een tussenpoos van 5 jaar waarna een werkgever de werknemer tijdelijk in dienst kan nemen. Nu mag dat nog na 6 maanden ‘pauze’.
 
Uitzendkrachten
Er blijft ruimte voor uitzendwerk, maar concurrentie op arbeidsvoorwaarden zijn tussen uitzendkracht en werknemer bij de inlener moet worden voorkomen. Uitzendkrachten en werknemers bij hetzelfde bedrijf moeten ten minste hetzelfde verdienen voor hetzelfde werk en gelijkwaardig worden behandeld. Daarnaast worden de meest onzekere uitzendfasen verkort: fase A gaat van 78 weken naar 52 weken en fase B van 6 contracten in 4 jaar naar 6 contracten in 2 jaar. Na deze periode moet de uitzendkracht een vast contract krijgen bij het uitzendbureau.
 
Uitzonderingen
Voor scholieren en studenten met een bijbaan* gelden straks andere regels. Zo mogen zij op oproepbasis blijven werken en zo hun werk mee laten veren met bijvoorbeeld toetsweken en vakanties. Verder blijft voor scholieren van 18 jaar en ouder en studenten met een bijbaan straks een korte onderbrekingstermijn van 6 maanden gelden. Dit geldt ook voor scholieren en studenten die uitzendwerk doen in zowel Fase A als Fase B.
 
Ook voor seizoensarbeid blijft een uitzondering gelden, omdat dit werk niet het hele jaar door gedaan kan worden. Per cao kan een onderbrekingstermijn van 3 maanden worden afgesproken voor functies die maximaal 9 maanden per jaar kunnen worden uitgeoefend.
 
* Een belangrijke inzet van de werkgroep is dat de definitie van scholieren en studenten heel duidelijk is alsook dat duidelijkheid is over wat het minimum aantal uren in een basiscontract is. Waarbij de inzet uiteraard is dit een beperkt aantal uren te laten zijn.  
 

Zoeken in nieuws

 

Zoekterm

Kennispartners & preferred suppliers