Herziening Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag
Bij brief van 21 april jl. heeft minister Asscher de Tweede Kamer geïnformeerd over zijn voornemen om de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag (WML) te herzien.
In deze brief kondigt hij volgende wijzigingen van de WML aan:
Wettelijk minimumuurloon
Het wettelijk minimumuurloon wordt nu berekend op dag-, week- of maandbasis. Het kabinet onderzoekt de mogelijkheid om een minimumloon per uur in te voeren. De wijziging is bedoeld om de handhaving te versterken. De handhaving van het minimumloon wordt nu bemoeilijkt, omdat het minimum uurloon afhankelijk is van de sector waarin een werknemer werkt en de cao die van toepassing is. Het minimumloon wordt namelijk berekend op basis van de 'normale arbeidsduur' (NAD), het aantal uren dat in de sector als voltijd geldt, veelal zoals die is afgesproken in de cao.
In de praktijk zal uitgangspunt worden dat het totale loon gedeeld door het aantal gewerkte uren minimaal voor elk uur het wettelijk minimumuurloon moet bedragen. Hierdoor kan er geen onderbetaling bij meerwerk meer plaatsvinden. Ook krijgt de Inspectie SZW een uniform kader voor toetsing, zodat de Inspectie SZW gemakkelijker kan vaststellen of iemand het wettelijk minimumloon heeft ontvangen.
De komende tijd zal het kabinet de gevolgen van het voorstel zorgvuldiger in kaart brengen en in gesprek gaan met sociale partners om te komen tot een voorstel waarin rekening wordt gehouden met de gevolgen van deze voorgenomen wijziging.
Meerwerk
In de WML is geen expliciete grondslag opgenomen op grond waarvan een werknemer die meer werkt dan de overeengekomen arbeidsduur (of normale arbeidsduur) ook evenredig meer moet verdienen. Het kabinet wil het ontbreken van de grondslag voor handhaving van betaling van minimumloon voor arbeid verricht boven de NAD op korte termijn repareren.
Stukloon
De WML bevat een stukloonregeling. Deze betaalwijze komt onder andere voor in de agrarische sector, de schoonmaaksector en bij pakket- en postbezorging. Als arbeidsduur wordt dan aangemerkt: de tijd, die redelijkerwijs met de uitvoering van de verrichte arbeid is gemoeid. De werkgever moet een norm vaststellen op basis waarvan redelijkerwijs het minimumloon verdiend kan worden.
De stukloonregeling schept in de praktijk onduidelijkheid voor werkgever en werknemer en is lastig te handhaven. Het kabinet wil daarom dat bij stukloonbetalingen voortaan ook onverkort het minimumloon wordt gehanteerd. Een werkgever kan nog steeds op basis van stukloon betalen, maar hij moet de werknemer dan wel minstens het wettelijk minimumloon betalen.
Minimumjeugdloon
Ten slotte wil het kabinet de leeftijd waarop het wettelijk minimumloon ingaat, stapsgewijs verlagen. In de eerste stap wordt de leeftijd verlaagd naar 22 jaar. Tenzij er sprake is van aanzienlijke negatieve effecten op de werkgelegenheid van jongeren zal de leeftijd vervolgens automatisch verlaagd worden naar 21 jaar.
Wetsvoorstel tot wijziging van de WML
Het kabinet is voornemens de beschreven gebreken in de WML omtrent het meerwerk, stukloon en de aanpassing van het minimumjeugdloon op korte termijn neer te leggen in een wetsvoorstel tot wijziging van de WML. Daarnaast zal minister Asscher aandringen op de behandeling van het Wetsvoorstel werken op basis van opdrachtovereenkomst ook onder WML opnieuw ter hand te nemen.
De minister gaat in de brief ook in op zijn toezegging om in te gaan op het verbod op inhoudingen op het wettelijk minimumloon. De minister geeft aan dat hij voornemens is hierop bij Amvb een uitzondering te maken voor huisvestingskosten, de kosten voor de zorgverzekering en arbeidsbeperkte werknemers.
Kamerbrief d.d. 21 april 2016 (Herziening WML)
Bron: XpertHR