Ontslag op staande voet: terecht of niet?

12-4-2017

Je hebt de hele dag achter de kassa gezeten bij de (plaatselijke) supermarkt en gaat na werktijd nog even naar het magazijn. Je vindt daar een doos met donuts uit de winkel, je twijfelt geen minuut en neemt een hap. Dat heb je wel verdiend na een dag hard werken. Je werkgever komt daar vervolgens achter en er volgt een ontslag op staande voet. Terecht?

Wat speelde er?
Bovenstaande overkwam een supermarktmedewerker die ruim 17 jaar in dienst was bij een supermarktketen in Nederland als verkoop/kassamedewerker.

In eerste instantie zou je denken: wat overdreven! Maar er speelde meer mee in deze zaak.

De supermarkt in kwestie heeft een huishoudelijk reglement dat deel uitmaakt van de arbeidsovereenkomst. Hierin staat onder meer opgenomen dat het niet is toegestaan om in de winkel, het magazijn of op de toiletten te roken, te drinken of te snoepen/eten. Het is nadrukkelijk ook niet toegestaan om van de proeverijen in de winkel te eten. Ook staat in het reglement dat artikelen die niet meer voldoen aan de kwaliteitseisen of artikelen die ongeschikt zijn door breuk of bederf en daardoor niet meer geschikt zijn voor verkoop, eigendom blijven van de supermarkt en dat het dus niet toegestaan is om deze artikelen toe te eigenen, ook al liggen deze artikelen in de daarvoor bestemde container of afvalbak. Het toe-eigenen van deze artikelen valt onder diefstal/vervreemding van bedrijfseigendommen en bij diefstal door de werknemer volgt onherroepelijk ontslag op staande voet, aldus het reglement.

De medewerker had al meerdere waarschuwingen gehad, namelijk:

  • voor het niet tijdig afrekenen van artikelen die medewerker zelf had genuttigd;
  • voor het gebruik van artikelen uit de winkel zonder toestemming en;
  • voor het niet op juiste wijze afrekenen van haar boodschappen.

Na het zonder toestemming en zonder daarvoor te hebben betaald toe-eigenen en nuttigen van een donut was de maat vol voor de supermarkt en ontslaat zij de medewerker op staande voet.

Volgens de supermarkt zijn de huisregels duidelijk en heeft de medewerker dan ook op grove wijze de verplichtingen uit de arbeidsovereenkomst, en met name de huisregels, van de supermarkt overtreden.

Definitie van een 'rechtsgeldig' ontslag op staande voet
Wanneer is er sprake van een rechtsgeldig ontslag op staande voet?

Hier is sprake van als de werkgever:

  • een dringende reden heeft;
  • de werknemer per direct ontslaat;
  • de dringende reden onmiddellijk aan werknemer heeft medegedeeld.

Wanneer is er sprake van een dringende reden?
Bij de beoordeling of er sprake is van een dringende reden moeten alle omstandigheden van het geval meegenomen worden. Er wordt in ieder geval gekeken naar:

    1.  het soort overtreding dat door de werkgever is opgegeven als dringende reden en de ernst hiervan;
    2.  het soort dienstverband en hoe lang werknemer al werkzaam is bij werkgever;
    3.  de manier waarop werknemer het dienstverband heeft uitgevoerd en;
    4.  de persoonlijke omstandigheden van de werknemer (leeftijd, gevolgen van het ontslag etc.).

Is het ontslag op staande voet in dit geval terecht?
De Hoge Raad heeft eerder al beoordeeld dat in geval van diefstal of het zich toe-eigenen door een medewerker van artikelen of producten met een (zeer) geringe of verwaarloosbare waarde, ontslag op staande voet kan volgen[1]. Ook het opeten van een geopend zakje pinda’s en het eten van een appelflap leverde eerder een ontslag op staande voet op.

In dit geval is het van belang dat het om een donut ging, die deel uitmaakte van een grote partij donuts die na afloop van de werkdag zouden worden weggegooid, omdat deze donuts niet langer houdbaar waren.

De kantonrechter die in deze zaak moest oordelen over het ontslag op staande voet, is van mening dat er geen sprake is van een dringende reden.

Weliswaar heeft de medewerker op grove wijze de verplichtingen uit de arbeidsovereenkomst, en met name de huisregels, geschonden, maar de kantonrechter vindt gelet op de persoonlijke omstandigheden van de medewerker een ontslag op staande voet te ver gaan. Daarbij wordt meegewogen dat de medewerker 17 jaar in dienst is geweest bij de supermarkt en door het ontslag op staande voet aangewezen zal zijn op een bijstandsuitkering hetgeen gezien de inkomenssituatie en de positie als alleenstaande ouder van de medewerker ingrijpende gevolgen heeft.

Tot slot weegt de kantonrechter mee dat geen sprake is geweest van het in het geheim meenemen van artikelen of goederen met het doel zich deze toe te eigenen, maar van het nemen van een hap uit een donut, bestemd om te worden weggegooid.

Het ontslag op staande voet wordt door de rechter vernietigd, omdat er geen sprake is van een dringende reden.

Ontslagvergoeding?
De supermarkt had (voor het geval het ontslag op staande voet zou worden vernietigd) een verzoekschrift ingediend om de arbeidsovereenkomst te ontbinden op grond van verwijtbaar handelen (de zogenoemde e grond).

Omdat het ontslag op staande voet inderdaad is vernietigd, is de volgende stap dat de kantonrechter dit verzoek gaat beoordelen.

De kantonrechter heeft eerder geoordeeld dat er geen sprake is van een dringende reden, maar is wel van oordeel dat er sprake is van ernstig verwijtbaar handelen.

Op die grond ontbindt de kantonrechter dan ook de arbeidsovereenkomst. Hierbij geeft de kantonrechter aan dat hoewel in de praktijk een dringende reden vaak ernstig verwijtbaar is, en omgekeerd, beide begrippen wel onderscheiden moeten worden en niet altijd samenvallen.

Geen dringende reden maar wel ernstig verwijtbaar
Dit laatste leidt ertoe dat er in beginsel geen plaats is voor een transitievergoeding (lees: ontslagvergoeding).

In dit geval ziet de kantonrechter echter aanleiding om toepassing te geven aan artikel 7:673 lid 8 BW, waarin staat dat de kantonrechter in geval van ernstig verwijtbaar handelen (toch) geheel of gedeeltelijk de transitievergoeding kan toekennen indien het niet toekennen ervan naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is.

De kantonrechter besluit hiertoe vanwege het langdurige dienstverband en omdat de ontbinding op korte termijn (ingrijpende) gevolgen zal hebben voor het inkomen van de medewerker als alleenstaande ouder en omdat de medewerker door het eenzijdige arbeidsverleden niet gemakkelijk een andere, vergelijkbare baan zal vinden.

De kantonrechter kent daarom 50% van de transitievergoeding toe.

Conclusie
Het nemen van een hap uit een donut is in dit geval geen dringende reden, maar wel ernstig verwijtbaar, met toekenning van een gedeelte (50%) van de transitievergoeding.

Hier blijkt maar weer uit dat veel kantonrechters zich nog een weg proberen te zoeken in de mogelijkheden (en onduidelijkheden) die de (nieuwe) wet biedt.

Vragen of opmerkingen?
Heb je vragen of opmerkingen naar aanleiding van dit artikel? Claudia Mens, Advocaat bij onze partner DVAN Advocatuur & Notariaat, gaat het gesprek graag met je aan! Je kunt haar bereiken via e-mail: claudia.mens@dvan.nl of telefonisch via +31 10 313 39 02.

Bron: Uitspraak Rechtbank Noord-Holland 23 maart 2017, ECLI:NL:RBNHO:2017:2592 / DVAN Advocatuur & Notariaat

[1] Zie HR 20 april 2012, JAR 2012/135 (Bijenkorf)

Meer over ontslag op staande voet
Ontslag op staande voet: handel niet impulsief!

Pokémon-go: een hype of een risico?

Zoeken in nieuws

 

Zoekterm

Kennispartners & preferred suppliers