Werken met zzp’ers: Geen naheffing gedurende transitieperiode, tenzij..

25-5-2016

Als een organisatie met zzp’ers werkt en de arbeidsverhouding blijkt toch een dienstbetrekking te zijn, dan wordt er over de periode 1 mei 2016 tot 1 mei 2017 (transitieperiode) door de Belastingdienst geen naheffingsaanslag opgelegd. Staatssecretaris Wiebes schrijft dat in antwoord op Kamervragen. Hij maakt hierop wel 3 uitzonderingen:

   1.  De opdrachtgever en opdrachtnemer werkten voorafgaand aan 1 april 2016 met een VAR-wuo of VAR-dga op
        basis waarvan de opdrachtgever vrijwaring had voor de loonheffingen, terwijl er feitelijk sprake is van een (fictieve)
        dienstbetrekking. De opdrachtgever en opdrachtnemer ondernemen geen enkele activiteit en doen geen enkele
        inspanning om de arbeidsrelatie zodanig vorm te geven dat er buiten dienstbetrekking wordt gewerkt. Zij kunnen
        niet aannemelijk maken dat zij nog met elkaar in onderhandeling zijn over aanpassingen in hun overeenkomst of
        werkwijze teneinde buiten dienstbetrekking te werken. Zij maken ook geen gebruik van een door de Belastingdienst
        beoordeelde (model- of voorbeeld-) overeenkomst of hebben een daarmee overeenkomende overeenkomst
        afgesloten. De opdrachtgever en opdrachtnemer kiezen er tegelijkertijd niet voor om loonheffingen af te dragen of
        te voldoen.

   2.  De Belastingdienst heeft in de periode voor 1 februari 2016 al schriftelijk kenbaar gemaakt dat de bij onderzoek
        aangetroffen arbeidsrelaties te duiden zijn als een (fictieve) dienstbetrekking. Dat er geen gevolg aan die conclusie
        kon worden verbonden ligt aan de vrijwarende werking van de VAR. De Belastingdienst stelt na 1 april 2016 vast
        dat de feiten en omstandigheden niet afwijken van die waarover eerder schriftelijk kenbaar is gemaakt dat er sprake
        is van een (fictieve) dienstbetrekking en dat er geen loonheffingen worden afgedragen of voldaan. Tegelijkertijd
        kunnen opdrachtgever en opdrachtnemer niet aannemelijk maken dat zij inspanningen hebben verricht om hun
        werkwijze te veranderen zodat er buiten dienstbetrekking wordt gewerkt.

   3.  Er is sprake van grove schuld of opzet die worden bestreken door de bestaande beleidsregels, zoals die zijn vervat
        in het Besluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst. Het is de inspecteur die grove schuld en opzet stelt en – bij
        betwisting – dient te bewijzen. Voor een eventuele strafrechtelijke handhaving blijft het bestaande beleidskader,
        zoals verwoord in het Protocol aanmelding en afdoening van fiscale delicten en delicten op het gebied van douane
        en toeslagen, uiteraard ook van toepassing.

Meer informatie?
Neem voor meer informatie contact op met onze partner BDO via clcvecta@bdo.nl of +31 (0)30 - 284 98 21.

Bron: BDO

Zoeken in nieuws

 

Zoekterm

Kennispartners & preferred suppliers